Rederij Wagenborg slaat alarm in Den Haag; het wordt alsmaar lastiger om Ameland bereikbaar te houden en structurele, duurzame oplossingen zijn nodig. De circulatie van sediment (zand en modder) in de Waddenzee zorgt voor het dichtslibben van de vaargeulen tussen Holwerd en Ameland en tussen Lauwersoog en Schiermonnikoog. Momenteel worden er per passagier die naar Ameland reist 3 aanhangwagens materiaal uit de vaargeul gebaggerd. Dit zijn er nog meer als er met oostelijke wind minder water de Waddenzee binnendringt. Het baggeren is extreem duur en schadelijk voor de natuur en daarom vraagt Rederij Wagenborg nu naar andere oplossingen.
De veerdam bij Holwerd ligt in een ondiep deel van de Waddenzee, namelijk het wantij. Het wantij is het ondiepste locatie van de Waddenzee en hier zijn de stroomsnelheden het laagst. Vroeger lag hier een dam naar Ameland, die in de 19e eeuw verwoest werd tijdens een storm. De locatie van de veerdam is dus gebaseerd op een historische dam en niet op de ideale plek voor een vaargeul als we naar de natuurlijke oriëntatie van geulen in de Waddenzee kijken. Daarnaast kunnen er door de aanwezigheid van de veerdam bij Holwerd kwelders groeien in de ‘luwte’ aan de oostelijke zijde, waar de golven en stromingen minder sterke invloed hebben. Door het aangroeien van deze kwelders moet de veerdam bij Holwerd telkens verlengd worden.
Naast het sediment dat gebaggerd moet worden door de ongelukkige locatie van de veerdam, neemt de hoeveelheid sediment ook sterk toe. Het getij vanaf de Noordzee transporteert meer sediment de Waddenzee in dan eruit. Daar komt bovenop dat de Waddenzee behoort tot de beschermde Natura-2000 gebieden en dat daarom het gebaggerde materiaal de Waddenzee wettelijk niet mag verlaten. Dit sediment komt door de circulatiepatronen in de Waddenzee weer in de vaargeulen terecht, waardoor het zand als het ware wordt rondgepompt en steeds opnieuw uit de geulen verwijderd moet worden.
Het transport van sediment door het getij de Waddenzee in is het resultaat van een hogere concentratie sediment in het water tijdens de vloedstromen dan tijdens de ebstromen. Doordat het water hoger staat tijdens de vloedstroom en de stroomsnelheden hoger liggen wordt er meer zand en modder omgewoeld en de Waddenzee binnengebracht. Tijdens eb zijn de stroomsnelheden lager en is de concentratie sediment ook lager, waardoor er tijdens eb minder sediment richting de Noordzee stroomt.
Dit effect is versterkt door het afnemen van het totale oppervlak van de Waddenzee. De combinatie van de aanleg van de Afsluitdijk, het afsluiten van het Lauwersmeer en de landaanwinning vanaf het vasteland zorgt ervoor dat het totale oppervlak van de Waddenzee sterk is verminderd. Deze afname in oppervlak heeft tot gevolg dat er minder water de Waddenzee in stroomt en hierdoor is ook het transporterende vermogen van de ebstromen nog verder ingeperkt. Als gevolg neemt de hoeveelheid sediment in de oostelijke Waddenzee sinds 1990 exponentieel toe. De afgelopen tientallen jaren is de zeebodem ten zuiden van Ameland enkele millimeters per jaar gestegen.
Een hogere zeebodem in de Waddenzee betekent een lagere waterdiepte. Omdat de bodem hierdoor de stroming sterker kan afremmen, daalt hiermee ook het transporterende vermogen. Dit effect is het sterkst met de lage waterstanden tijdens eb en hierdoor kan er nog minder transport richting de Noordzee plaatsvinden. Door deze rustige omstandigheden beginnen de geulen in de Waddenzee meer te meanderen en door alle extra bochten neemt de lengte van de geulen toe. Een langere geul betekent dat de stromingen ook weer onderhevig zijn aan meer wrijving en hierdoor worden de stroomsnelheden (en dus het transporterende vermogen) opnieuw verlaagd.
Binnen een een systeem waarin landschapsvormen, waterstromen en het daaruit volgende sediment transport elkaar beïnvloeden (morfodynamisch systeem) kunnen processen elkaar versterken of dempen. Het netto sedimenttransport de Waddenzee in is een voorbeeld van een proces dat zichzelf via natuurlijke processen (en in dit geval ook door menselijke ingrepen) versterkt. Dit wordt een positieve terugkoppeling (positive feedback loop) genoemd. Omdat dit proces zichzelf blijft versterken, slibt de Waddenzee langzaamaan steeds verder dicht.
Er zijn veel belangen bij de bereikbaarheid van de Waddeneilanden en daarom wordt er hard gezocht naar de beste oplossing voor de huidige problemen, waarbij vooruit wordt gekeken tot in het jaar 2100. De oplossingen die onderzocht werden zijn het beter plannen van de afvaarten ten opzichte van het getij, het omlaag brengen van de hoeveelheid verkeer die door de vaargeul moet en het verplaatsen van de aanlegplaatsen aan weerszijden van de overtocht. Een laatste oplossing die werd aangedragen is het inzetten van Hovercrafts om Ameland te bereiken, maar dit plan is gestaakt omdat dit teveel geluidsoverlast zou veroorzaken en niet geschikt zou zijn voor het overzetten van vracht.
In de toekomst zal de hoeveelheid sediment in de Waddenzee alleen maar toenemen, en dus zullen de oplossingen die nu op tafel liggen op den duur waarschijnlijk ook ontoereikend zijn. Het is nog onduidelijk of er een structurele oplossing mogelijk is en Rijkswaterstaat is momenteel bezig met vervolgonderzoek. In de zomer van 2023 zal de minister van Infrastructuur en Waterstaat een beslissing maken over de toekomst van de vaargeul naar Ameland.